Daarom plant je in september je bloembollen voor een kleurrijke lente

Waarom september ideaal is

Bloembollen hebben een koudeperiode nodig om tot bloei te komen. Door ze in september of oktober te planten, krijgen ze voldoende tijd om wortels te ontwikkelen voordat de grond kouder en natter wordt. Zo staan ze in het voorjaar stevig genoeg om uit te lopen. Wie te laat plant, riskeert dat de bollen onvoldoende wortelen en minder krachtig bloeien.

De juiste plek kiezen

De meeste bloembollen houden van een goed doorlatende grond. Te natte grond in de winter kan ervoor zorgen dat de bollen gaan rotten. Kies daarom voor een zonnige of halfschaduwrijke plek waar regenwater niet blijft staan. Heb je kleigrond, verbeter die dan met wat zand of compost zodat de bollen luchtiger liggen.

Hoe diep en hoe ver uit elkaar?

Een vuistregel voor bloembollen is dat je ze drie keer zo diep plant als de bol zelf hoog is. Een bol van vijf centimeter plant je dus op vijftien centimeter diepte. Zorg dat de punt van de bol altijd naar boven wijst.

Qua afstand is het slim om de bollen niet te dicht tegen elkaar te zetten, maar ook niet te ver uit elkaar. Reken ongeveer twee keer de breedte van de bol als afstand. Zo krijgen ze genoeg ruimte om te groeien, maar ontstaat er toch een mooi gevuld bloemperk.

Slim combineren voor een langere bloei

Wie wil dat de tuin wekenlang kleur geeft, kiest best voor een mix van vroeg- en laatbloeiers. Krokussen en sneeuwklokjes bloeien vaak al in februari of maart. Daarna volgen hyacinten en narcissen, en tulpen zorgen traditioneel voor kleur in april en mei. Door verschillende soorten en variëteiten te combineren, geniet je van een aaneengesloten bloeiperiode.

Een andere tip is om kleuren af te wisselen: zet bijvoorbeeld witte narcissen naast paarse tulpen, of combineer gele krokussen met blauwe druifjes. Zo creëer je contrasterende accenten die je tuin echt doen opvallen. (Lees verder onder de foto)

In borders, perken of potten

Bloembollen zijn veelzijdig en passen niet alleen in borders. Ook in bloempotten doen ze het uitstekend. Zorg wel dat de pot groot genoeg is en dat er een gat onderin zit zodat overtollig water weg kan. Voor een speels effect kan je lagen maken: plant onderaan tulpen, daarboven hyacinten en bovenop krokussen. Zo krijg je in het voorjaar een pot die in verschillende stadia bloeit.

In borders kan je ze verspreid planten voor een natuurlijk effect, of juist in groepjes voor een opvallend kleuraccent. Beide manieren hebben hun charme.

Onderhoud en verzorging

Eenmaal geplant, hebben bloembollen weinig verzorging nodig. Geef water bij aanplanten, zeker als de grond droog is. Daarna kunnen ze de winter zonder extra hulp doorkomen. In de lente is het vooral belangrijk om uitgebloeide bloemen af te knippen, maar het loof te laten staan tot het volledig vergeeld is. Zo kan de bol energie opslaan voor het volgende jaar.

Veelgemaakte fouten vermijden

Een klassieke fout is de bollen verkeerd om planten, met de punt naar beneden. Ze groeien meestal nog wel, maar veel trager en minder krachtig. Ook te natte grond is een veelvoorkomend probleem. Zet bloembollen nooit op plekken waar regenwater blijft staan. En wacht niet te lang: plant je pas in november of december, dan hebben de bollen vaak te weinig tijd om te wortelen.

Bloembollen in groepjes

Wil je echt verrast worden in de lente? Plant bloembollen in groepjes door elkaar zonder strikt patroon. Graaf een groter plantgat, strooi de bollen er losjes in en bedek ze met aarde. Het resultaat is een natuurlijk ogend bloementapijt dat je tuin een spontane uitstraling geeft.