Koppel uit Oost-Vlaanderen verliest kindje zeven dagen na bevalling en dient klacht in: "Gestorven in de armen van papa"
Een koppel uit het Oost-Vlaamse Kaprijke heeft een klacht ingediend. Ze verloren hun baby een week na de geboorte.
De feiten dateren van 25 augustus 2016. Lindsey wachtte een moeilijke en levensbedreigende bevalling.
Op de monitor in het AZ Alma viel de hartslag van de baby voortdurend weg. “Informatie die de gynaecoloog en de vroedvrouw voor mij hebben achtergehouden om mij niet ongeruster te maken”, legt Lindsey uit in Het Laatste Nieuws.
Het kindje kwam bij de bevalling vast te zitten tussen de bekken van Lindsey. “Ik kreeg de opdracht om te persen, maar ik had nog maar een centimeter ontsluiting.”
Daarna volgde er paniek. Het was immers al te laat voor een spoedkeizersnede. De baby werd geboren nadat er met een zuignap aan haar hoofdje was getrokken.
De baby was bewusteloos toen die ter wereld kwam. Er volgde een reanimatie. Daarna werd het kindje overgebracht naar het UZ Gent.
Lyndsey kon er wel voor kiezen om haar dochtertje in leven te houden, maar dan zou het moeten leven als een plant. Iets wat zij niet wilde. Het kindje is uiteindelijk gestorven in de armen van de papa.
Het koppel acht de gynaecoloog en de vroedvrouw verantwoordelijk voor de dood van hun kindje. Ze vinden dat er meteen een keizersnede had moeten gebeuren. “Met een keizersnede had ze nu nog geleefd.”
De advocaat van de gynaecoloog zegt dat de feiten anders worden voorgesteld door de ouders dan wat ze zijn. Op 3 april krijgt de zaak een vervolg.
