Zuhal Demir niet te spreken over wat rechters doen bij vrijgelaten terrorismeveroordeelden: "Kan voor drama's zorgen"

In Vlaanderen worden er op dit moment 41 terrorismeverdachten of -veroordeelden opgevolgd door de justitiehuizen. Slechts in 13 gevallen van de actieve radicaliseringsdossiers werd door het gerecht een verplichte opvolging en begeleiding opgelegd met het oog op deradicalisering.

Dat is gebleken uit een analyse van minister Zuhal Demir (N-VA). “Het recente verleden heeft aangetoond tot wat voor drama’s terroristische aanslagen kunnen leiden.” 

“Vanuit het Vlaams beleid doen we al het mogelijke om nieuwe aanvallen op onze maatschappij te voorkomen. Maximaal inzetten op deradicalisering is daarbij een cruciale factor, maar wanneer een rechter dat niet oplegt, zijn we helaas met handen en voeten gebonden”, aldus Demir die de problematiek aankaartte bij het college van Procureurs-Generaal.

Vlaanderen is in ons land bevoegd voor de e strafuitvoering en opvolging van de voorwaarden bij (ex)-gedetineerden, opgelegd door de rechtbank. De Vlaamse justitie kan echter pas in actie als er voorwaarden zijn opgelegd.

Demir pleit daarom om meer Vlaamse bevoegdheid. Ze benadrukt ook dat het cruciaal blijft dat de magistratuur de juiste en strikte voorwaarden oplegt. 

Sinds 2018 kwamen in totaal 102 terrorismeveroordeelden opnieuw vrij nadat ze hun straf hadden uitgezeten. Slechts in 32 van die gevallen werd door een rechter een antiradicaliseringstraject opgestart. 

Slechts in één op drie dossiers wordt dus deradicaliseringsbegeleiding opgelegd als voorwaarde na strafeinde. “Schokkende cijfers”, vindt Demir. 

“De aanslagen in 2016 hebben grote wonden geslagen. De littekens ervan tekenen onze samenleving. Een deradicaliseringstraject zal nooit zaligmakend zijn en alle toekomstige risico’s kunnen uitsluiten, maar het zou de logica zelve moeten zijn zodat we dergelijke gruweldaden in de toekomst maximaal kunnen voorkomen.”