Vanthourenhout zegt hoe hij Evenepoel op niveau van Pogacar wil brengen

Volgens Vanthourenhout is de samenwerking met Remco Evenepoel nog niet officieel gestart, maar zijn er al voorbereidingen getroffen. “De samenwerking met Remco begint officieel pas over een aantal weken, maar achter de schermen zijn we hier al mee bezig”, verklaart Vanthourenhout aan Het Laatste Nieuws.

Drie energiezones

Vanthourenhout beschrijft drie energiezones in het lichaam. De eerste motor functioneert bij langdurige inspanningen en verbrandt vetten met zuurstof. De tweede motor komt in actie bij intensievere inspanningen en gebruikt suikers in combinatie met zuurstof. De derde motor werkt bij maximale inspanning, waarbij het lichaam in zuurstoftekort komt en verzuring optreedt.

“Het is in die derde zone dat Pogacar zo goed is”, stelt Vanthourenhout. Hij geeft aan dat Evenepoel qua basisuithouding niet onderdoet, maar dat Pogacar in de meest intensieve inspanningszone een voordeel heeft. “En daar gaan wij aan proberen werken”, aldus Vanthourenhout.

Individuele afstemming en prestatiedoelen

Hoe de trainingsaanpak er concreet zal uitzien, blijft voorlopig intern. De methodes behoren tot de vertrouwelijke kennis van de ploeg. “Maar het is geen geheim dat je met specifieke intervaltraining aan deze dingen kan werken”, licht hij toe.

Vanthourenhout benadrukt het belang van individuele afstemming. “Je moet altijd het evenwicht bewaren tussen de drie motoren,”, stelt hij. Eenzijdige focus op intensieve inspanningen is volgens hem niet wenselijk. “Je kan niet alleen op die superintensieve inspanningen trainen, want voor een wielrenner blijft de basisconditie enorm belangrijk”, voegt hij toe.

Evenknie van Pogacar worden

De trainingsverantwoordelijkheid komt in principe bij Dan Lorang te liggen. Hij moet de juiste balans en prikkels vinden om Evenepoel beter te laten reageren op versnellingen bergop. Vanthourenhout sluit af met een inschatting van het potentieel. “Remco gaat geen vijftien procent meer verbeteren, maar ik geloof echt dat hij in het eendagswerk – ik spreek dus niet over het rondewerk – de evenknie kan worden van Pogacar.”