Van Quickenborne reageert nadat tweede moordenaar van agente Kitty Van Nieuwenhuysen gevangenis mag verlaten

door: MRO
Vincent Van Quickenborne
Afbeelding bron: Photonews

Een tweede dader van de moord op agente Kitty Van Nieuwenhuysen mag de gevangenis verlaten met een enkelband. Minister van Justitie Vincent Van Quickenborne reageerde op een vraag hierover in de Kamer.

Katleen Bury (Vlaams Belang) stelde hierover een vraag aan Vincent Van Quickenborne in het Parlement. "In december 2007 werd politieagente Kitty Van Nieuwenhuysen onder vuur genomen met een kalasjnikov door drie Marokkaanse beroepsgangsters met een vuistdik strafblad."

"Hoewel zij 30 jaar celstraf kregen, kwam één van de daders al vrij in 2019. De tweede dader mocht de gevangenis vorig jaar al overdag verlaten en mag vandaag naar huis met een enkelband. De vader van Kitty reageerde vanochtend op Radio 2. Hij zei:"wij zijn opnieuw zwaar ontgoocheld in Justitie; dit is geen slag maar een boks in ons gezicht."

"Mijnheer de minister, wij hebben hier te maken met daders die respectievelijk 11,5 en 13 jaar celstraf kregen in plaats van de voorziene straf van 30 jaar. Ook de schadevergoeding die de daders moeten betalen blijft tot heden dode letter. Er is nog geen eurocent vergoed."

Vincent Van Quickenborne: "De mogelijkheid om na die periode vervroegd de gevangenis te verlaten, strookt echter niet met ons rechtvaardigheidsgevoel"

Vincent Van Quickenborne legt uit dat het gaat om een beslissing van de rechter en dat de oude wet-Lejeune verstrengd werd.

"Kitty Van Nieuwenhuysen, een jonge, beloftevolle agente, werd brutaal om het leven gebracht eind 2007. Anderhalve maand later werden drie verdachten opgepakt. Zij werden voor assisen gebracht en veroordeeld tot 30 jaar gevangenisstraf", aldus Van Quickenborne.

"Wij zijn nu dertien jaar na de feiten. Onlangs besliste een strafuitvoeringsrechtbank te Brussel om een van de veroordeelden zijn straf verder te laten uitzitten onder elektronisch toezicht, na een tegensprekelijke procedure waarin ook slachtoffers een stem hebben. De straf wordt dus voortgezet, maar onder elektronisch toezicht."

"Het gaat om een beslissing van een rechter, niet van een minister. Dat heeft het Parlement vastgelegd na de affaire-Dutroux, toen wij allemaal beseften dat in een rechtsstaat zo'n beslissing toekomt aan een onafhankelijke rechter. Zoals het hoort in een rechtsstaat, moet een minister – bij uitstek een minister van Justitie – zo'n uitspraak ook respecteren, hoe moeilijk dat ook is."

"De mogelijkheid om na die periode vervroegd de gevangenis te verlaten, strookt echter niet met ons rechtvaardigheidsgevoel. Daarom hebben wij tot twee keer toe de oude wet-Lejeune, intussen de wet op de externe rechtpositie, verstrengd: een eerste keer in 2013, waardoor iemand die veroordeeld wordt tot een straf van 30 jaar, pas na 15 jaar de invrijheidsstelling kan vragen, en een tweede keer in 2017, waardoor een rechter voor een aantal zware feiten kan beslissen dat een persoon die een gevangenisstraf van 30 jaar krijgt, daarvan 25 jaar effectief moet uitzitten."

"Op die manier maken wij Justitie menselijker en rechtszekerder voor de slachtoffers en ook strenger voor daders. Ik ben van plan dat te blijven doen."