We gebruiken de airco in de auto op een verkeerde manier

Het is de voorbije weken al een paar keer heel warm geweest in ons land. De temperaturen liepen op tot een stuk boven de 30 graden.
Het is natuurlijk geen verrassing dat we tijdens de warme zomermaanden vaak gebruik maken van de airco in de auto, zeker wanneer de wagen een tijdlang in de zon heeft stilgestaan.
Je auto in de schaduw parkeren op zonovergoten zomerdagen is niet altijd mogelijk. Wanneer een wagen een tijdje in volle zon staat, kan de temperatuur binnen oplopen tot wel 60 graden. Dat voel je meteen zodra je weer instapt.
Het interieur van je auto werkt dan als een broeikas. Zonlicht dringt via de ruiten binnen en warmt oppervlakken zoals het dashboard, de zetels en het stuur op. Die warmte blijft hangen, omdat de warme lucht moeilijk kan ontsnappen. Daardoor kan het er ondraaglijk heet worden.
Energie
Veel mensen zetten bij het instappen meteen de airco op volle kracht, maar dat is niet de beste aanpak. Op dat moment moet het systeem namelijk hard werken om eerst de hete lucht af te voeren én tegelijk koele lucht te produceren. Dat kost onnodig veel energie.
Beter is het om eerst alle deuren of minstens twee tegenover elkaar liggende ramen open te zetten, zodat er een luchtstroom ontstaat. Je kunt eventueel ook enkele keren de deuren open- en dichtdoen om de ergste warmte buiten te krijgen. Pas daarna schakel je de airco in. Zo werkt die efficiënter en koelt de auto sneller af.