Minister Zuhal Demir neemt besluit over Padelbanen

door: PMN
Zuhal Demir
Afbeelding bron: Photonews

Minister van Omgeving Zuhal Demir (N-VA) mengt zich in het debat over de Padelbanen. Die zouden te veel lawaai maken voor de buurtbewoners.

Zuhal Demir pleit ervoor dat lokale besturen goed moeten overleggen met uitbaters en buurtbewoners. Vlaams minister van Omgeving Zuhal Demir verspreidt daarom via departement Omgeving opnieuw een leidraad aan alle lokale besturen over de padelsport. 

Daarin worden talloze instrumenten opgelijst die steden en gemeenten in handen hebben om padel verzoenbaar te maken met de omgeving. “Allerlei extra Vlaamse regeltjes invoeren om padel vooral op heel veel plaatsen onmogelijk te maken, kan niet de bedoeling zijn”, legt de minister uit. 

“Tegelijk moeten we begrip hebben voor de omgeving van padelterreinen. In tegenstelling tot eerdere uitlatingen van een Brugse schepen kunnen gemeentebesturen daarom zélf talloze maatregelen nemen op maat van de lokale situatie.” 

“Maar dat wil natuurlijk ook zeggen dat je tijd en moeite moet investeren om in zo’n dossier de vaak terechte verzuchtingen van omwonenden te verzoenen met de ambities van de uitbaters. Als lokaal bestuur moet je vervolgens durven de moeilijke knopen doorhakken, iets wat niet altijd evident is, maar dat hoort nu eenmaal bij de job”, bedenkt Demir zich.

Tennis Vlaanderen is daarenboven, in samenwerking met Sport Vlaanderen en het Departement Omgeving, volop bezig met de uitwerking van een code van goede praktijk. Die zal onder meer adviezen geven over wat een aanvaardbaar hinderniveau is en hoe de hinder tot een minimum kan worden beperkt in functie van de lokale situaties.
 
“De finaliteit van diegenen die allerlei extra regelgeving vanuit Brussel vragen is veelal om zaken zoals padelsport onmogelijk maken. Wat is het volgende? Voetbal? Tennis?”, bedenkt Demir zich. 

“Als een lokaal bestuur samen met de buurtbewoners vindt dat een padelterrein te hinderlijk is, kan die nu al perfect een vergunning weigeren of beperkingen opleggen via lokale vergunningen, reglementen of verordeningen in functie van de lokale situatie.” 

“Overleg met buurtbewoners, de uitbater en de gemeente is evenwel cruciaal om maatwerk te kunnen leveren, en dat kan niet voor elk padelterrein vanuit Brussel gebeuren. Dat is ook nergens voor nodig als het lokaal bestuur de handschoen opneemt”, besluit Demir.