Speelt Van der Poel zijn WK-medaille toch nog kwijt? Letse wielerbond stuurt brief de wereld in

door: BVDO
Podium WK
Afbeelding bron: Photonews

Mathieu van der Poel werd zondag derde op het WK. Al had hij evengoed gediskwalificeerd kunnen worden.

Mathieu van der Poel reed tijdens de WK-wegrit in Zürich op het voetpad om te reageren op een aanval van Hirschi. Daarbij kon de Nederlander maar nipt enkele toeschouwers ontwijken.

In principe is de sanctie heel erg duidelijk. Omdat hij het publiek in gevaar brengt moet hij gediskwalificeerd worden. Dan speelt hij wel zijn medaille kwijt en werd de Let Toms Skujins derde. De wielerbond van Letland stuurt nu een open brief de wereld in omdat ze zich onheus behandeld voelen in heel de zaak.

“We hebben deze race-situatie besproken met de UCI-commissarissen. Eén van hen stelde dat hij de situatie had gezien, maar dat hij het niet gevaarlijk genoeg vond om te bestraffen. De Letse wielerbond heeft daarop gereageerd dat de regels voor iedereen zouden moeten gelden, maar de commissaris zei dat het niet goed zou zijn voor de sport, als de regels op de juiste manier waren gehanteerd”, klinkt het.

Zij insinueren dus dat als het niet een grote naam als Van der Poel was geweest er mogelijk wel een diskwalificatie was uitgesproken.

“We zijn weggestuurd. Het lijkt erop dat sommige renners minder gelijk zijn dan anderen, vooral als het aankomt op niet populaire beslissingen. Als relatief kleine federatie maken we ons grote zorgen om dit besluit. Wat als Van der Poel een supporter had geraakt, was dat dan goed geweest voor de sport?”

“We roepen de UCI op om de regels consistent te hanteren, om zo de veiligheid en integriteit van het wielrennen te garanderen. En niet een potentieel ongeluk als deze zonder reactie afdoen, omdat het zogezegd schade zou aanbrengen aan onze reputatie. Wij verwachten vanuit de UCI een uitleg over dit besluit van de commissarissen, om soortgelijke situaties te voorkomen. Als we zulke zaken laten gaan, is er ruimte voor renners om meer risico's te nemen en dat is wat niemand wil.”