Geweld tegen agenten: "Je weet niet of je 's avonds nog thuis geraakt omdat je de maatschappij dient"

“De premier heeft in het kader van het begrotingsconclaaf gezegd dat er een nultolerantie moet zijn naar geweld tegen de politie. Dat is de eerste keer dat ik hoor dat de regering dit openlijk doet en dat is natuurlijk een goede zaak", zegt Carlo Medo van politievakbond NSPV aan Redactie24.

“Het is aan de andere kant niet premier De Croo of minister Verlinden die de straffen uitspreekt, maar wel rechters. Het is zoals een trainer zegt: ‘we gaan de wedstrijd winnen, en als de ploeg niet wint dan ligt het niet aan de trainer, maar aan de keeper’.”

“De regering doet straffe uitspraken, maar het idee moet nog rijpen in de hoofden van de rechters om geen geweld te tolereren tegen de politie in onze maatschappij. Wanneer er geweld tegen de politie wordt gepleegd en dat wordt bewezen, dan moet het rechtssysteem overgaan tot strenge straffen.”

Facebookmaatschappij

“Iedereen wil een veilige maatschappij. We maken wetten, daar moet controle over uitgeoefend worden en dan loopt het mis. De jongen of het meisje die de controle uitvoert, krijgt dan de agressie over zich en er worden vragen gesteld of ze hun job goed hebben gedaan.” 

“Dan wordt alles in twijfel getrokken. We leven tegenwoordig in een Facebookmaatschappij die alles analyseert, veilig vanachter de computer.”

“Het is dweilen met de kraan open. Als we vandaag de dag moeten zeggen dat het eigen is aan de job dat je een tik krijgt en dat er geweld op u wordt gepleegd of dat je niet weet of je ‘s avonds nog thuis geraakt omdat je de maatschappij dient...”

“Wij zijn heel erg bezorgd over het geweld en de geweldsspiraal die er toch wel heerst. Daarnaast dikwijls ook het gebrek aan erkenning en herkenning door de rechtbanken en de politieke wereld.” 

“De reden waarom er vandaag zoveel politiemensen zeggen: ‘dat geweld moet stoppen’ is juist omdat ze in hun dagelijkse job - die al heel moeilijk is -merken dat ze die erkenning missen vanuit hun overheden, dat vinden ze heel erg.”