Hoeveel geld moet je op je spaarrekening hebben om niet in de problemen te komen?

Een spaarbuffer moet groot genoeg zijn om onverwachte kosten op te vangen, maar niet overdreven. Experts pleiten voor maatwerk, met drie tot zes netto maandlonen als richtlijn. Wat is vandaag een realistische reserve?
Een dynamisch potje voor onvoorziene uitgaven
Een spaarbuffer is geen statisch bedrag, maar een flexibele reserve voor onverwachte kosten. Het klassieke advies luidt: zet drie netto maandlonen opzij. Dat zou volstaan om tijdelijke financiële tegenslagen te overbruggen. Toch is die vuistregel niet voor iedereen haalbaar.
Grote verschillen in spaargedrag onder Belgen
Uit een gezamenlijke studie van Deloitte en Argenta blijkt dat dertig procent van de Belgen nauwelijks spaart, of minder dan 100 euro per maand. Aan de andere kant van het spectrum spaart een kwart van de bevolking minstens 500 euro per maand. Die kloof toont aan dat het opbouwen van een buffer sterk afhangt van het individuele inkomen en uitgavenpatroon.
Lees ook: Hoeveel geld hebben Belgen op hun spaarrekening? Onderzoek onthult opvallende daling
Niet te verwarren met pensioen
John Romain, financieel expert bij Immotheker-Finotheker, benadrukt het belang van een duidelijke bestemming voor het spaargeld. “Het is een reservepotje om grotere, onverwachte uitgaven direct te kunnen betalen. Kosten aan je auto, bijvoorbeeld”, zegt hij in Het Nieuwsblad. “Het is níét bedoeld als som die je opzij houdt voor je pensioen, of als buffer als je bijvoorbeeld lange tijd werkloos of ziek zou zijn.”
Concrete bedragen: van alleenstaande tot gezin
Op basis van een gemiddeld bruto maandloon van 3.500 euro, komt het netto-inkomen uit op ongeveer 2.380 euro. Een buffer van drie maanden betekent dan circa 7.000 euro. Voor een tweeverdienersgezin ligt dat bedrag rond 10.000 euro, en met twee kinderen stijgt het tot ongeveer 14.000 euro. Deze bedragen zijn indicatief en houden geen rekening met pensioenopbouw of langdurige inkomensverlies.
Zes maanden spaargeld
Een buffer van zes netto maandlonen is voor velen een stevige uitdaging. Bart Chiau, professor economie aan de UGent, nuanceert de richtlijn. “Het is een hoogstpersoonlijke inschatting die je moet maken”, zegt hij. “Ik vind drie maanden wat weinig en zou zelf wat meer proberen opzij te zetten. Het hangt af van je bestedingspatroon ook: heb je met z’n tweeën allebei een auto, heb je jonge kinderen, huur je een woning of heb je iets gekocht, enzovoort.”
Maatwerk boven vuistregels
Hoewel drie tot zes netto maandlonen als richtlijn gelden, blijft de ideale spaarbuffer afhankelijk van persoonlijke omstandigheden. De experts zijn het eens: inzicht in je uitgaven en een duidelijke bestemming voor je spaargeld zijn cruciaal om financiële schokken op te vangen zonder oververzekering of onnodige immobilisatie van kapitaal.