VTM

Man van Birgit Van Mol: "Ik heb niet lang meer te leven"

bron: Humo
door: PMN
Afbeelding bron: Photonews
René Brouwer is de man van Birgit Van Mol. De 64-jarige Nederlander werkte 30 jaar voor de televisie. In 2015 werd de zeldzame mixed connective tissue disease (MCTD) vastgesteld, een ongeneeslijke auto-immuunziekte. Daarnaast werd er ook longkanker bij hem vastgesteld.

"Om het maar meteen op z’n Vlaams te zeggen: ik heb echt hoerenchance gehad. Longkanker is doorgaans fataal, hè. Maar ik ben ervan genezen. Nog twee jaar en ik word deinitief kankervrij verklaard. Maar er is natuurlijk ook nog die systeemziekte. Die heeft al tot een hartfalen geleid, en recent nog tot een longembolie", vertelt Brouwer in Humo.

GEEN GITAAR MEER
"Het is een juk dat op Birgit, onze zoon Otis en mij drukt. Pijn, ademhalingsproblemen, mijn hart dat niet meer naar behoren functioneert: ik word dagelijks geconfronteerd met de ziekte. Ik heb ook het syndroom van Raynaud, dat de vingers doet zwellen en gevoelloos maakt. Daardoor kan ik geen gitaar meer spelen, en niet langer met stokjes eten", aldus Brouwer. 

"Nu goed, dat zijn de dagelijkse beslommeringen waarmee ik heb leren leven. De ware catastrofe zit ’m in dat ene zinnetje van de dokter: ‘Zodra de ziekte je hart of je longen aanvalt, kunnen we niets meer voor je doen.’ Sinds die boodschap word ik geschaduwd door angst: zorgeloze dagen bestaan niet meer. Birgit heeft deze zomer vakantie gehad, maar reizen kon niet, want we willen op elk moment dicht bij een ziekenhuis zijn."

GEEN ADEM
"Het gebeurt dat ik het plots erg benauwd krijg, dat mijn hartslag van 60 naar 160 klimt en dat ik écht geloof dat ik doodga. Ik heb dit jaar al drie keer naar Birgit gebeld omdat ik geen adem meer kreeg en in paniek raakte. Bij dat hartfalen ben ik bijna gestikt. Dat is een overweldigende, gitzwarte sensatie: inademen maar geen lucht krijgen."

"Ik weet dat ik niet meer zo héél lang te leven heb. In het ziekenhuis van Maastricht, waar ik behandeld word omdat we in België geen gespecialiseerde dokters in de ziekte hebben gevonden, zegt de professor dat ik tot de hoogste risicogroep behoor, en dat ik dus eerder vroeg dan laat getrofen zal worden. Tegelijk noemen ze me ook wel lachend de Jezus van Humbeek, omdat ik al twee keer uit de dood ben opgestaan. Eerst na die longkanker, daarna na dat hartfalen."