De meeste wandelaars maken deze fout als ze willen afslanken
Wandelen is één van de meest toegankelijke en gezonde manieren om gewicht te verliezen. Toch vragen veel mensen zich af wat nu écht het verschil maakt als je wilt afslanken: de duur van het wandelen, de afstand of juist de snelheid. Wij geven je meer inzicht over wat het meest bepalend is volgens bewegingswetenschappers.
Waarom wandelen zo effectief is voor afslanken
Wandelen is een vorm van matig-intensieve beweging, waarbij je lichaam voornamelijk vet als energiebron gebruikt. Omdat wandelen lang vol te houden is en weinig risico op blessures geeft, kun je gemakkelijk een grote hoeveelheid calorieën verbranden zonder uit te putten.
Bovendien helpt het stress te verlagen, en minder stress betekent vaak minder emotie-eten en een stabieler hongergevoel.
Is hoelang je wandelt het belangrijkst?
De duur van je wandeling is een van de sterkste factoren voor vetverbranding. Hoe langer je een matige inspanning volhoudt, hoe meer energie je lichaam uit vet haalt.
Vanaf ongeveer 30 minuten begint je lichaam efficiënter vet te gebruiken, maar nog langer wandelen – denk aan 45 tot 60 minuten – levert een stabieler en hoger vetverbrandingsniveau op.
Lange wandelingen zijn vooral belangrijk wanneer je nog geen hoge snelheid kunt volhouden of wanneer je gewicht verliest zonder je lichaam te zwaar te belasten.
Is de afstand het belangrijkst?
De afstand die je aflegt bepaalt uiteindelijk hoeveel calorieën je verbrandt. Voor veel mensen werkt afstand als een praktische manier om vooruitgang te meten.
Het voordeel hiervan is dat je automatisch ook rekening houdt met tempo en duur: loop je sneller, dan leg je dezelfde afstand sneller af.
Voor afslanken is afstand daarom een goede, meetbare factor, maar op zichzelf vertelt afstand nog niet hoeveel inspanning je geleverd hebt.
Een rustige 5 kilometer heeft een heel ander effect dan een stevige 5 kilometer op tempo. Afstand is nuttig, maar niet het meest bepalend.
Is de snelheid het belangrijkste voor vetverbranding?
Snelheid speelt zeker een rol, maar niet zoals veel mensen denken. Wandelen wordt pas minder effectief voor vetverbranding wanneer je zó snel gaat dat je begint over te schakelen op koolhydraatverbranding — dit gebeurt meestal pas wanneer je bijna begint te joggen.
Het beste tempo voor afslanken is een 'stevig wandeltempo': je kunt nog praten, maar niet meer ontspannen hele gesprekken voeren.
Dit ligt meestal tussen 5 en 6 km/u, afhankelijk van je lengte en conditie. Hoe steviger je doorloopt, hoe meer calorieën je per minuut verbrandt. Maar snelheid is ondergeschikt aan iets anders: consistentie en totale inspanning.
Wat is nu écht het belangrijkst?
Voor afslanken is de totale belasting het belangrijkste. Dat betekent de combinatie van duur + tempo + regelmaat. Met andere woorden: hoeveel energie je per wandeling én per week verbrandt, en hoe constant je dit volhoudt.
De duur van je wandeling weegt daarbij het zwaarst. Je kunt beter 45 minuten stevig doorlopen dan 20 minuten extreem snel.
Lange wandelingen geven je lichaam de tijd om vetten te gebruiken als primaire energiebron, terwijl kortere snelle wandelingen eerder verschuiven naar koolhydraatverbranding.
De ideale formule is: Langer wandelen op een stevig maar comfortabel tempo, meerdere dagen per week.
Hoe vaak moet je wandelen om gewicht te verliezen?
De meeste mensen bereiken zichtbare resultaten bij:
- 4 tot 6 keer per week wandelen
- minimaal 30 tot 45 minuten per wandeling
- een tempo waarbij je licht buiten adem raakt, maar niet uitgeput
Voor nog betere resultaten kun je één of twee langere wandelingen van 60 tot 90 minuten toevoegen.
Hoelang en welk tempo bepalen hoeveel calorieën je verbrandt
Wil je afslanken door te wandelen, dan is de belangrijkste factor de duur van je wandeling, gevolgd door een stevig maar prettig tempo en voldoende herhaling per week. Het draait niet om hoe snel je kunt of hoe ver je komt, maar om het totaalplaatje.