Professor is duidelijk over vitamine D-supplementen: "Enkel in dit geval zijn ze zinvol"

Met de winter in volle gang grijpen velen naar vitamine D-supplementen. Maar is dat pilletje echt nodig?
Vitamine D speelt een cruciale rol in onze botgezondheid, spieren en immuunsysteem. We halen het uit voeding zoals vette vis, orgaanvlees en margarine, én uit zonlicht. Dat laatste is in de wintermaanden vaak nogal moeilijk.
Daarom nemen heel veel mensen vitamine D-supplementen. VUB-professor Kristiaan Demeyer, gespecialiseerd in voedingssupplementen, vindt dat niet echt een goed idee.
"Supplementen nemen is voor de gemiddelde Belg niet nodig en heeft weinig nut", zegt hij in Gazet van Antwerpen. Volgens hem is het enkel zinvol als er, via een bloedanalyse, een tekort is aangetoond.
Daarnaast kan het ook aan te raden zijn voor mensen die weinig buitenkomen – zoals inwoners van woonzorgcentra – , ouderen met botontkalking, zwangere vrouwen en vrouwen die borstvoeding geven, kinderen tot 6 jaar en mensen met een donkere huidskleur, voegt hij er ook aan toe.
Voor anderen heeft hij een duidelijke boodschap: er zijn betere alternatieven. "Je armen en benen 15 minuten per dag blootstellen aan de zon of meer margarine en vette vis, zoals zalm en haring, eten", luiden die.