Haatboodschappen in Vlaanderen uitsluitend gepubliceerd door rechtse partijen

door: MRO
Afbeelding bron: Photonews

Een onderzoek van de VUB en UCLouvain bestudeert de grijze zone tussen opinie en haatboodschappen van politieke partijen en politici. Uit het onderzoek blijkt dat Vlaams Belang en uitzonderlijk N-VA zich in de grijze zone begaven met boodschappen die, hoewel ze niet strafbaar zijn, toch als discriminerend ervaren konden worden en haat kunnen voeden.

Om de strategieën en talige kenmerken van uitingen die zich tussen opinie en haat bevinden in kaart te brengen, analyseerden prof. Martina Temmerman, prof. Roel Coesemans en dr. Raymond Harder Facebookberichten en tweets die vlak voor de verkiezingen van mei 2019 en de maanden die eraan vooraf gingen, werden gepubliceerd op de accounts van de belangrijkste Vlaamse politieke partijen (Open VLD, N-VA, sp.a, PVDA, Groen, CD&V en Vlaams Belang), hun partijvoorzitters en twee invloedrijke partijleden  die zich profileren op de thema's waarvoor Unia bevoegd is. 

Men nam in totaal 3 121 Facebookberichten en 24 764 tweets onder de loep en er bleken in totaal 95 Facebookberichten en 102 tweets tussen te zitten die - hoewel ze niet strafbaar zijn – wel als discriminerend ervaren konden worden.

Vlaams Belang

De overgrote meerderheid van deze berichten waren gepost door het officiële partij-account van Vlaams Belang en de politici van die partij. Ook bij N-VA kwam een miniem aantal gevallen voor; bij de andere partijen werden er geen gevonden. De berichten gingen hoofdzakelijk over religie en her- of afkomst. 

De onderzoekers stelden verder vast dat de auteurs van potentieel discriminerende boodschappen eerder suggereren dan expliciet beweren dat bepaalde groepen uit de samenleving een probleem of een gevaar vormen. 

Voorbeelden

Professor Temmerman benoemt enkele voorbeelden uit de analyse: "Een benaming als 'schurft-, malaria en tbc-migranten' plakt het kenmerk 'ziekte' vast aan een hele groep. Bovendien suggereert de benaming ook nog dat de groep besmettelijk zou kunnen zijn voor iedereen die met hen in contact komt. Een ander voorbeeld: In een zin als 'onze meisjes worden steeds vaker lastiggevallen' wordt er een groep 'onze meisjes' gedefinieerd tegenover een niet-gespecificeerde andere groep meisjes die 'niet van ons' is."

"Ze kunnen aanhalen dat ze fout begrepen zijn"

"Door zo indirect en impliciet te communiceren, kunnen de auteurs zich indekken tegen de kritiek dat ze bepaalde (wettelijke) grenzen overschrijden. Ze kunnen zich bijvoorbeeld verdedigen door aan te halen dat ze fout begrepen zijn, maar de reacties op de berichten tonen duidelijk dat de lezers de boodschap wel begrepen hebben zoals ze bedoeld zijn", aldus professor Temmerman.

"De auteurs hoeven met andere woorden niet expliciet te zijn om hun punt te maken. In de wetenschap noemen we dat fenomeen het "hondenfluitje". We stellen ook vast dat de lezers vaak nog een stapje verder gaan dan de auteurs.