VTM-presentator Jens Dendoncker is ziek en praat daar openlijk over: “Ik reken er niet meer op”

bron: Story
door: Redactie
Afbeelding bron: Medialaan
Stand-upcomedian Jens Dendoncker raakte dit jaar bekend van zijn programma ‘Hoe Zal Ik Het Zeggen?’. Wat veel mensen nog niet weten, is dat hij ziek is.

De 27-jarige Dendoncker was destijds nog maar een puber toen epilepsie zijn leven op z’n kop zette. “Ik was dertien of veertien en zat op de middelbare school. De dagen voordien had ik wel al trillingen gevoeld in mijn rechterhand, maar ik maakte me daar geen zorgen om. En dan kreeg ik plots die klassieke aanval zoals velen die kennen: op de grond vallen, schokken, stuiptrekkingen”, vertelt Jens in Story. 

Pure paniek
“Van het moment zelf herinner ik me niets, omdat ik echt helemaal van de kaart was, maar toen ik bijkwam, schrok ik dat ik op de grond lag. Achteraf besefte ik welke indruk dat bij mijn klasgenoten en leraar moet achtergelaten hebben. Pure paniek was het, zowel bij mij als bij de omstaanders.”

“Men denkt bij zo'n aanval nogal snel dat het misschien een hartaanval is, en men verwittigt dan al gauw de hulpdiensten. Dat snap ik wel en het is goed bedoeld, maar die mensen kunnen weinig voor me doen. Zo heb ik al vele keren urenlang op de spoedafdeling gelegen, voor niks. Beter is me op het moment van een aanval ruimte te geven en rustig te blijven. Het gaat vanzelf wel over.”

Kortsluiting
“Bij mij komt het door een kortsluiting bij mijn neurotransmitters, zeg maar de geleiders van mijn hersenen. Dat is moeilijker te behandelen. Vandaar dat ik al meer dan tien jaar lang aan het zoeken ben naar de perfecte cocktail van medicatie. Twee derde van de patiënten is geholpen met één pilletje per dag, daardoor verbetert hun toestand. Wellicht moet ik de rest van mijn leven medicatie nemen, maar die is zodanig verbeterd dat er nauwelijks nog bijwerkingen zijn. In theorie is het ook mogelijk dat mijn epilepsie op een dag gewoon verdwijnt, zoals ze ook vanzelf is gekomen. Maar daar reken ik niet op.”

"Om de twee dagen"
“Gemiddeld om de vier à zes weken krijg ik een aanval. Lang geleden was er een periode dat ik om de twee dagen op de grond lag. Als het aan die frequentie was blijven aanhouden, had dat mijn leven echt wel gehypothekeerd. Er zijn ook geen triggers zoals stress of vermoeidheid die ik kan aanwijzen.”