Conner Rousseau heeft geen probleem met forse prijsstijging: “Dat is nog altijd heel goedkoop”

Vooruit-voorzitter Conner Rousseau Conner Rousseau is een politicus bij de partij Vooruit en een bekende Vlaming.
Conner Rousseau
Grenzen bereikt in arbeidsmarkt en pensioenen
Volgens Rousseau zijn de mogelijkheden om extra middelen te vinden binnen de pensioenen en arbeidsmarkt uitgeput. “Bij de pensioenen en de arbeidsmarkt kan je niets extra meer rapen. En ik denk dat de rest dat ook wel weet,” stelt hij resoluut in Het Laatste Nieuws. Daarmee verschuift de focus van de politieke discussie richting andere domeinen, met name de gezondheidszorg, waar volgens hem nog ruimte is voor hervorming en efficiëntie.
Big pharma moet bijdragen aan betaalbare zorg
De farmaceutische sector komt nadrukkelijk in het vizier. Rousseau is van mening dat winst maken mag, maar dat een deel van die winst moet terugvloeien naar de samenleving. “Aan de big pharma-bedrijven kunnen we nog iets extra vragen. Van mij mogen ze winst maken, maar een deel moet terugvloeien naar de zorg.” Hij wijst op de noodzaak om fraude met ziektebriefjes en verspilling van medicatie aan te pakken. “Sommige medicatie is vandaag gewoon te goedkoop, waardoor mensen het kopen alsof het niets is. Dat zijn geen snoepjes, hé.”
Lees ook: Veel meer slecht nieuws over de prijs van geneesmiddelen dan eerst gedacht
Prijsstijgingen als middel tegen verspilling
Rousseau stelt dat bepaalde geneesmiddelen te goedkoop zijn en daardoor overmatig worden geconsumeerd. “Sommige pillen kosten nu 65 cent. Stel dat dat 1 of 2 euro wordt, dan is dat nog altijd heel goedkoop.” Hij pleit voor een mogelijke indexering van medicatieprijzen, vergelijkbaar met die van lonen en pensioenen. Het doel blijft volgens hem duidelijk: “De zorg moet voor iedereen betaalbaar blijven.” Door verspilling tegen te gaan, ontstaat er meer ruimte voor patiënten met zeldzame aandoeningen of dure behandelingen.
Huisartsbezoek blijft laagdrempelig
Over de kostprijs van een bezoek aan de huisarts, momenteel vier euro, blijft Rousseau voorzichtig. “Een taboe is het niet, maar ik heb dat liever niet.” Hij benadrukt het belang van de huisarts als eerste aanspreekpunt in de zorgketen, zeker voor mensen uit culturen waar men sneller naar de spoedafdeling trekt. Tegelijkertijd waarschuwt hij voor onevenredige belasting van het zorgbudget door overconsumptie: “Mensen met hoge medische facturen mogen niet de dupe worden van diegenen die het budget opsouperen aan medicatie die ze eigenlijk niet nodig hebben.”
Evenwicht tussen toegankelijkheid en duurzaamheid
Rousseaus uitspraken kaderen in een bredere discussie over de houdbaarheid van het Belgische zorgsysteem. Hij pleit voor een model waarin verspilling wordt aangepakt, farmaceutische bedrijven hun maatschappelijke rol opnemen en de zorg toegankelijk blijft voor wie ze écht nodig heeft. “Verspilling tegengaan om het betaalbaar te houden voor mensen die het écht nodig hebben: dat moeten we doen.” Daarmee zet hij de toon voor een hervormingsdebat dat zowel sociaal als financieel gevoelig ligt.