“Dat personen cartoons tonen, is geen reden om geweld tegen hen te plegen”

door: WVDS
leerlingen in klas met leerkracht
Afbeelding bron: Shutterstock.com

De onthoofding van een Franse leraar nadat hij cartoons van de profeet Mohammed in zijn klas had getoond, heeft voor een golf van verontwaardiging gezorgd. “Vrije meningsuiting is een hoeksteen van onze democratische samenleving”, benadrukt moraalfilosoof Patrick Loobuyck (Uantwerpen/UGent). Ook Rik Torfs verduidelijkt zijn standpunt in gesprek met Redactie24.

“Ik hoop dat het duidelijk is voor iedereen dat het feit dat iemand een cartoon van de profeet Mohammed toont, geen reden mag zijn dat die persoon gedood wordt. Wanneer iemand uit het onderwijs de opdracht heeft om over vrije meningsuiting les te geven, dan moet men in vrijheid en zonder angst voor bedreigingen kunnen tonen wat de inzet is van het debat.” 

“Ik geef zelf les op de universiteit en als ik over dit onderwerp college geef, toon ik onder andere ook de Mohammed cartoons. Maar ik toon net zo goed de Aalsterse carnavalswagen waar de Joden het lastig mee hadden. Ik gebruik die beelden om studenten te laten begrijpen waarover het gaat. Wat ik wil bereiken bij de leeringen is tweeledig.” 

“Ze moeten zelf kritisch leren nadenken over wat zij zelf vinden van die cartoons. Daarnaast kunnen ze ook empathie krijgen voor de groep die zich ongemakkelijk of beledigd voelt door  de cartoons. In de les kan verduidelijkt worden waarom sommige moslims zich aan de cartoons storen en leerlingen kunnen zelf uitmaken of ze daar begrip kunnen voor opbrengen. ” 

Geen reden om geweld te plegen

“Het recht op vrije meningsuiting houdt echter niet in dat je elke mening geweldig moet vinden of ermee akkoord moet gaan. Je mag gerust vinden dat Charlie Hebdo niet jouw stijl is. Tegelijkertijd is het feit dat personen cartoons maken, geen reden om geweld tegen hen te plegen. Dat is de lijn die je moet trekken.”

“Er zullen altijd zaken zijn die gezegd, getoond of gemaakt worden door kunstenaars of cartoonisten waar mensen aanstoot aan kunnen nemen. In een open samenleving moeten mensen tegen een stootje kunnen. Maar tegelijk impliceert de vrije meningsuiting dat mensen die ergens aanstoot aan nemen dat ook mogen zeggen.” 

“Als je bijvoorbeeld een bepaald boek niet goed vindt of kwetsend, mag je dat zeggen. Je kunt er een blog over schrijven Je mag het boek zelfs weggooien of verbranden als je daar gelukkig van wordt. Maar je mag niet oproepen om de auteur te gaan molesteren of vermoorden.” 

“Binnen het democratische kader is vrije meningsuiting een hoeksteen van de samenleving. Daarbinnen mag je je ongenoegen kenbaar en bespreekbaar maken wanneer je dat wenst.”

Rik Torfs: “Ook ideeën die kwetsend zijn moeten kunnen worden uitgesproken”

Eenzelfde geluid horen we bij Rik Torfs. “Het Europees Hof van de Rechten van de Mens besliste lang geleden al dat ook ideeën die kwetsend, schokkend of storend zijn moeten kunnen worden uitgesproken en dat dit goed is voor de democratische rechtsstaat.”

“Dus die cartoons moeten juridisch kunnen. Maar als mens heb je natuurlijk niet de ‘plicht’ anderen te beledigen. Je kunt ook uit hoffelijkheid van je recht geen gebruik maken. Maar ook dat moet geheel in vrijheid geschieden.”