Beter zien en niemand verblinden: Met eenvoudige truc weet je zeker dat je fietslicht goed afgesteld staat

"Zeker nu met het winteruur, wanneer het 's ochtends nog donker is en het 's avonds vroeger donker is, wil je op een goede manier kunnen fietsen", zei Wies Callens van de Fietsersbond op Radio2.

"Er bestaat eigenlijk een heel eenvoudige truc om de tegenligger niet te verblinden. Als je deze truc toepast, weet je dat je lichten goed afgesteld staan. Het werkt als volgt: je draait aan je wiel tot je licht brandt, of zet je oplaadbaar voorlicht aan, en zet daarbij de fiets op een afstand van vijf meter ten opzichte van een muur."

"Je meet hoe hoog je fietslamp staat en kijkt op de muur hoe hoog het licht daar staat. Als de hoogte van de lamp en de hoogte op de muur hetzelfde zijn, dan ga je de tegenligger niet verblinden en ga je ook genoeg zichtbaarheid hebben en voldoende zien wat er zich op de grond bevindt."

Concreet: als je fietslicht bijvoorbeeld op een hoogte van 80 centimeter gemonteerd staat, moet de lichtbundel vijf meter verder op de muur zich ook op 80 cm hoogte bevinden. "Zit je hoger, dan ga je anderen verblinden en ga je als fietser ook zelf minder goed zien wat er op het fietspad ligt. Zit je lager, dan ga te weinig zichtbaar zijn."

Richard Thomas is docent autotechniek en tweewielertechniek en geeft een eenvoudige vuistregel mee. "Fietsverlichting is in tegenstelling tot autoverlichting (dimlicht) aan de bovenkant niet scherp afgetekend. De meeste fietskoplampen geven een homogene lichtbundel die rondom vooruit schijnt. Dit maakt een exacte hoogte-afstelling niet goed mogelijk."

"Een vuistregel is om te fietskoplamp schuin naar beneden te richten onder een hoek van ongeveer 15 graden. Zo is er voldoende ver licht voor de fietser en leidt het niet tot verblinden", aldus de docent.

Volg Redactie24 nu op Instagram