Het geheime ingrediënt dat jouw goulash onvergetelijk zal maken

Het lijkt misschien een simpel stoofpotje, maar met de juiste ingrediënten en een klein geheim krijg je een versie die zo lekker is dat je gasten stil worden. 

Recept voor een heerlijke goulash

Dit heb je nodig voor 4 personen: 600 gram rundstoofvlees (sukade of riblappen), 2 grote uien (gesnipperd), 2 tenen knoflook (geperst), 2 rode paprika’s (in reepjes), 2 eetlepels zoet paprikapoeder, 1 theelepel gerookt paprikapoeder, 1 eetlepel tomatenpuree, 1 blik tomatenblokjes (400 gram), 250 ml runderbouillon, 1 laurierblad, 1 theelepel karwijzaad (de geheime tip), 1 scheutje rode wijnazijn, zout en peper naar smaak, olie of boter om in te bakken en eventueel zure room en peterselie om te serveren.

Bereiding: Snijd het vlees in blokjes en bak het in een ruime stoofpan rondom bruin. Voeg daarna de uien toe en fruit ze tot ze glazig zijn. 

Doe de knoflook, de tomatenpuree en beide soorten paprikapoeder erbij, en laat die kort meebakken zodat de smaken vrijkomen. Voeg de paprika’s toe, roer goed door en schenk dan de tomatenblokjes en bouillon erbij. 

Gooi het laurierblad in de pan, breng alles aan de kook en zet het vuur daarna laag. Laat het minstens tweeënhalf uur zachtjes pruttelen met het deksel op de pan.

En dan komt het moment waarop je jouw goulash verandert van lekker naar legendarisch. Roer in de laatste tien minuten het karwijzaad en een scheutje rode wijnazijn door de stoofpot. 

Dat ene theelepeltje karwijzaad geeft de typische Hongaarse twist, en de azijn maakt het geheel fris en gelaagd. Serveer met een flinke lepel zure room en wat peterselie voor de kleur en voilà: een goulash die je niet snel vergeet.

Is de goulash te zuur? Voeg een snufje suiker toe. Te dun? Laat het zonder deksel inkoken of gebruik wat maïzena. Vlees nog taai? Dan heeft het gewoon meer tijd nodig – stoof rustig verder. En onthoud: goulash is geen haastklus. Hoe langer je ‘m de tijd geeft, hoe zachter het vlees en hoe dieper de smaak. Geduld is hier je beste kruid.